}

200 km blubber in Drente

Arno van der Veek werkt zich als ondernemer een slag in de rondte en twee maanden geleden was zijn conditie zoals hij het zelf omschreef ‘gewoon ruk’. Het was tijd voor een Masterplan om toch nog op tijd fit te geraken voor de Drente 200. 200 km offroad op 28 december. Na twee maanden noeste trainingsarbeid (Arno traint alleen buiten), stond hij woensdag aan de start voor 200 km blubber. Hier het ongecensureerde verslag.

Om 6.20 uur ga ik van start en nestel mij subiet in de kop van de groep. Zometeen komen immers de smalle modderige bospaden en dan wil je geen 500 krabbers voor je hebben.
Na een half uur in D3 halen we de achterhoede van de tweede startgroep in. Dat gaat lekker zo. Nu nog die blauwe renner voor blijven. Ik ken hem niet, maar het is een klootzak. Keine Frage. Ik rij nog steeds in D3. Dat is niet verstandig meen ik te weten, maar je haalt zo wel een hoop van die jokers in. Ik besluit te gaan tellen hoeveel ik er in haal maar na 25 stuks en het keihard door de verzorgingspost te scheuren (ja, this man is on a mission! (Ik ben er van overtuigd dat dit idee breed wordt herkend door het weer ruimschoots aanwezige publiek)) geef ik dit op. Te flauw en ik word er een beetje duizelig van.
Na een uur rossen schroef ik het tempo bewust terug naar de D2
Gemiddelde van 20km/uur …
WTF! Zo voelt dat helemaal niet. Ok, het is wel een stuk modderiger dan vorig jaar, maar de zon schijnt en nu ik al startnummers van de eerste startgroep zie verschijnen meen ik toch goed bezig te zijn
Na 5 uur en 13 minuten kom ik aan op het 102km punt. Alles gaat gesmeerd. Specialized winterschoenen: top! Assos winterbroek met winddichte kniestukken: top! GribGrab winterhandschoenen: top! Oakley jawbreaker: top! En bovenal de Open met Rocket Ron voor en Racing Ralph achter, opgepompt tot 1,7 bar functioneren überperfect. Wel spartaans, want 24 uur na dato voel ik mijn vingertoppen nog steeds niet. Ok, ETA is dus 10.30 plus nog iets voor die 4 km modderstraat die het Janpad wordt genoemd
Het is ondertussen een stuk rustiger om mij heen. Geen hazen meer om op te jagen. Het gaat regenen. Ik rij tijden lang in mijn eentje door de drek. Niemand voor mij. Niemand achter mij. Oneindige zwarte vlak om mij heen terwijl de regen uit het zwerk neerklettert. Wat doe ik hier in Godesnaam?
Twee doelen: bij de eerste honderd of bij de eerste 10{1bc84852f02c1af6644ba1089cc30b3529b06cc6bb53740f8918efc4a187a7ec}. Dat is wat ik hier doe. Daar heb ik voor getraind.’s nachts, ‘s ochtends, regen of geen regen. HIER heb ik voor getraind en nu niet zeiken ja! VREET ze allemaal op! Die blauwe renner heb je allang al gedumpt, je bent de leider van de derde startgroep en er zit meer in het verschiet
Het was al aangekondigd dat de route nu nog meer off-Road km zou hebben dan vorig jaar. Dat lange stuk van 10km fietspad is er dus niet meer en dus ploeter ik weer verder door een onbekend stuk weiland. De regen is ondertussen overgegaan in een striemende hagelbui. Ik besluit mijn regenjack aan te doen over mijn windjack, fietsshirt en warmteshirt, maar krijg Gvd de sluiting van mijn rugzakje niet open. Geen gevoel en kracht meer in mijn vingers. Paniek dreigt zich meester van mij te maken totdat de verlossende klik mij toegang biedt tot een nieuw universum van warmte. Met frisse tegenzin begin ik aan de laatste 75km. 75 km, dat is toch een walk in the park op de racer. But this is different coock!
Na een kleine 8 uur loop ik definitief uit de D2. We zijn nu duidelijk in survival mode aangekomen. Een renner aan de kant vraagt of ik “een patroon” heb. Een patroon? Ben jij mesjokke? Ik heb twee patronen en die zijn voor MIJ! Pannenkoek, vertrekt zonder patroon. Ik ben Gvd je moeder niet … voel mij vervolgens schuldig, maar kom snel weer in het reine met mijzelf.
Ondertussen moet ik vaststellen dat ik voor het eerst in deze tocht door renners word ingehaald die ik eerder zelf nog inhaalde. Alle cartouches zijn verbruikt en juist dan is het daar; het Janspad! Het begint nog onschuldig, maar na enkele honderden meters spoorzoeken moet ik definitief naar de zijkant van het pad waar bramenstruiken een onverbiddelijke grens trekkken. Vorig jaar kon ik hieroveral rijden en kon ik nog een mooie slag slaan. Nu moet ik er echt af en lopen. De fiets verdwijnt tot boven de assen in de vloeibare aarde en zo doen ook mijn schoenen. Al schijt er een beer in mijn bek, maar op 25km van de streep, maakt het mij allemaal niets meer uit.
Het is inmiddels gaan sneeuwen en mijn bril moet echt af, want ik kan de fijne verschillen tussen het goede en het foute zwart in de modder niet meer herkennen. Nadeel is dat ik nu grote brokken Drentse veengrond verzamel in mijn ogen.
Waar is de volgende verzorgingspost? Mijn bananen zitten achterin mijn rugzak maar ik krijg die klotesluiting niet meer open. Over 5km zeggen de verkeersregelaars. TOPORGANISATIE overigens!
We worden echter letterlijk het bos weer in gestuurd, het is circa 17.00 en het schemert zodanig dat ik nauwelijks zie waar ik rij. Ik krijg die k.u.t. Lamp ook niet aan. Ik voel ook niet of ik nu op het knopje druk of niet. Hij moet aan anders ben ik de Sjaak.
Na een dodenmansrit door het bos kom ik eindelijk aan bij de laatste verzorgingspost. Waren dat 5km? het leek wel een eeuwigheid. Handschoenen uit, lamp gaat aan, halleluja , de Here heeft mij niet gestraft voor die patronenweigering is wat ik werkelijk denk. Nog 15km door het bos. Met geknepen billen en ware doodsverachting slalom ik om de boomstammen en los de laatste belagers van mij af. En dan is daar opeens de finish. Rij pontificaal het podium op. Wat moet ik in godesnaam zeggen? Ik Bazel wat en vraag hoeveelste in ben geworden. 139ste op binnenkomst, maar velen zijn buiten mededingen binnengekomen omdat ze over de weg zijn terug gereden. Zo eindig ik uiteindelijk als renner met de 93ste tijd en ben zo Fucking happy, dat kan je amper voorstellen.
Slechts 475 renners rijden de Drenthe200 uit …