}

Afstudeeronderzoek Robic Trainers

DEEL 6: Jelle en de ‘landscape of pacing’.

De trainers van Robic hebben niet alleen een uitgebreide praktijkervaring in het wielrennen, maar veel belangrijker nog een academische achtergrond in Bewegingswetenschappen. Daarom leek het ons eens leuk alle trainers van Robic nog eens hun afstudeerscriptie uit de kast te laten pakken en kort te beschrijven waar het ook al weer over ging. Zo leer je onze trainers en hun achtergrond nog beter kennen en met een beetje geluk hebben we er als wielrenner ook nog iets aan.

In het 6de deel Jelle de Jong die onderzoek deed in Wisconsin. Op de University of Wisconsin in La Crosse ging hij de zogenaamde ‘landscape of pacing’ onderzoeken en uitbreiden naar de korte sprint afstanden. Klinkt leuk deze landscape, maar wat betekent dit nu eigenlijk?

Voor atleten is het cruciaal om hun energiesystemen zo te verdelen over de wedstrijd dat het prestatie wordt geoptimaliseerd. Oftewel, hoe deel je je aerobe en anaerobe energie in over het verloop van een wedstrijd. In tijdritten is dit het beste te onderzoeken, de optimale pacing strategie zal voor de snelste tijd mogelijk zorgen voor de atleet.

Veel onderzoek was al gedaan in de range van 1000m tot 40km tijdritten. Het doel van mijn onderzoek was om te onderzoeken wat er gebeurd in de pacing strategie in extreem korte tijdritten, van 250m, 500m en 1000m.

Tijdens een wedstrijd verloopt de RPE (Rate of Percieved Exertion, hoe zwaar je het op dat moment ervaart) in een stijgende lijn, met bijna maximale waardes op de finishlijn. Dit wordt ook wel teleoanticipatie genoemd. Echte maximale waardes worden (nagenoeg) nooit gehaald. Atleten zijn altijd wel in staat om nog door te fietsen zonder dat ze omvallen. Het lichaam beschermt je dus tegen jezelf. Hoe dicht je tegen je maximale waardes kan gaan is grotendeels mentaal, hoe goed ben je in staat om de pijn in je lichaam te negeren. Dit geldt vooral bij langere tijdritten/wedstrijden. In de korte tijdritten van mijn onderzoek waren twee vragen interessant. Is het mogelijk om het potje anaerobe energie in het lichaam volledig te gebruiken? En twee, is er een verschil in piekwaardes tussen de 3 afstanden?

Om dit te onderzoeken zijn de proefpersonen 5 keer naar het lab gekomen om de tijdritten te doen, elke keer met hetzelfde protocol alleen een andere afstand van de tijdrit. Belangrijk in dit protocol waren de all-out sprints voorafgaand aan de tijdrit.

De resultaten van het onderzoek waren heel interessant. De belangrijkste conclusies op een rij:

  • In alle tijdritten was de peak power significant lager dan tijdens de tijdritten. Dit duidt erop dat zelfs in een 250m tijdrit atleten zich inhouden en niet echt all out gaan.
  • De totale hoeveelheid anaerobe energie in de 250m tijdrit was significant minder dan de 500m en 1000m. Dit lijkt erop dat de 250m rit tekort was om alles te gebruiken. Des te interessanter dat peak power niet behaald wordt.

Dit onderzoek laat dus eigenlijk zien dat all-out strategie niet gebruikt wordt in evenementen met een vaste afstand. Het is dus aan te raden voor atleten die meedoen aan korte afstand evenementen om te trainen op het behalen van hun maximale vermogens. Dit omdat ze harder kunnen starten dan dat het lichaam denkt dat het kan starten.

 

 

Foster C, Snyder AC, Thompson NN, Green MA, Foley M, Schrager M. Effect of pacing strategy on cycle time trial performance. Med Sci Sports Exerc. 1993;25(3):383–388.

 

van Ingen Schenau GJ, de Koning JJ, de Groot G. The distribution of anaerobic energy in 1000 and 4000 metre cycling bouts. Int J Sports Med. 1992;13(6):447–451.

 

Abbiss CR, Laursen PB. Describing and understanding pacing strate- gies during athletic competition. Sports Med. 2008;38(3):239–252.

 

Roelands B, de Koning J, Foster C, Hettinga F, Meeusen R. Authors’ reply to Périard: “cardiovascular determinants involved in pacing under heat stress”: the complex skill of pacing: is there an interplay between central and peripheral determinants? Sports Med. 2013;43(7):647–648.

 

Cohen J, Reiner B, Foster C, et al. Breaking away: effects of non- uniform pacing on power output and growth of rating of perceived exertion. Int J Sports Physiol Perform. 2013;8(4):352–357.

 

St Clair Gibson A, Lambert EV, Rauch LH, et al. The role of informa- tion processing between the brain and peripheral physiological systems in pacing and perception of effort. Sports Med. 2006;36(8):705–722.

De KoningJJ,FosterC,BakkumA,etal.Regulationofpacingstrategy during athletic competition. PLoS One. 2011;6(1):e15863.

Ulmer HV. Concept of an extracellular regulation of muscular meta- bolic rate during heavy exercise in humans by psychophysiological feedback. Experientia. 1996;52(5):416–420.