}

Opleiden zonder idee

Daags na de Tour kondigde BMC aan na dit seizoen te stoppen met haar development team. De grote baas van BMC Racing Team, Jim Ochowicz,  beklaagde zich over beloften met zaakwaarnemers, waardoor hij talenten  aan het opleiden was voor andere profteams. In één adem verweet hij de UCI met name een gebrek aan regelgeving om dit te reguleren.

Op de maandag na de Tour een dergelijk persbericht lanceren is natuurlijk niet zonder reden. Je hoopt namelijk gehoord te worden net op het moment dat iedere wielerliefhebber zich in een diep zwart gat bevindt. Aan media-aandacht had de eindbaas van BMC dan ook niet te klagen en er werd vooral lustig op los gespeculeerd dat het stoppen van het team niet los gezien kan worden van het gerucht dat het grootste talent van BMC, de Rus Pavel Sivakov, wordt gelinkt aan Team Sky – niet geheel toevallig een World Tour-team zonder opleidingsteam.

Natuurlijk zal dit even slikken zijn voor BMC, maar als het gebrek aan regulering op dit gebied en de aanwezigheid van zaakwaarnemers echt de reden is om de stekker uit een opleidingsteam te trekken, dan is het eigenlijke gemis veel groter – een gebrek aan visie.

Laten we eens naar de kosten kijken van dit opleidingsteam. In dit geval telt het BMC Development team 15 renners. De ploeg rijdt een enkel programma en heeft gek genoeg geen UCI-licentie. Zonder continentale licentie hoef je ook niet te voldoen aan de afdracht aan de UCI en aan van die lastige regeltjes. Een beetje ironisch is het dan natuurlijk wel dat juist de UCI tekort schiet in de ogen van Jim Ochowicz.

Hoe dan ook, met een dergelijk programma en aantal renners houdt het totale budget wel op bij zo’n 500.000 euro. In vergelijking met de grote broer een schijntje; de proftak moet het doen met zo’n 28 miljoen euro.

Die vijf ton moet zich dan terugbetalen in renners klaarstomen voor het profteam of tenminste middels regulering op het gebied van opleidingsvergoedingen. Laat ik in de eerste plaats stellen dat dit systeem absoluut in het leven geroepen moet worden, al is het alleen maar voor een gevoel van rechtvaardigheid. In ons rechtssysteem is dan ook niet voor niets erkenning voor slachtoffers vaak veel belangrijker dan de hoogte van een schadevergoeding.  Het punt is alleen dat we onszelf niet rijk moeten rekenen.

In de eerste plaats worden contracten in het wielrennen meestal gewoon uitgediend en derhalve ook geen transfersommen betaald. Een solidariteitsbijdrage als percentage over de transfersom ontvangen is daarom meestal helemaal nicht im frage. Als je dan kijkt naar opleidingsvergoedingen in het voetbal dan krijgt een amateur club 1490 euro per jaar voor de jaren dat iemand tussen zijn 10de t/m 22de bij die club voetbalde op het moment dat hij een contract tekent voor zijn 22ste en 5 wedstrijden uitkomt voor dat profteam. In de praktijk kan dat dus een leuke 5000 euro opleveren. Als dat ook in het wielrennen betaald zou worden is het natuurlijk een leuke meevaller. Laten we wel in perspectief plaatsen dat de rijkste voetbalclub zo’n 700 miljoen per jaar te besteden heeft, terwijl de rijkste wielerploeg Team Sky het met 35 miljoen moet doen. Wie denkt dat dus een opleidingsvergoeding het Ei van Columbus is, heeft absoluut boter op zijn hoofd. Het is leuk meegenomen, maar we moeten niet verwachten dat hiermee plotsklaps de zilvervloot komt binnenvaren.

Waar het namelijk echt aan ontbreekt is een visie. Bij BMC wordt een opleidingsploeg klaarblijkelijk alleen gezien als een kostenpost die enkel kan renderen door profs in een vroeg stadium voor je ploeg te werven en op deze manier dus eigenlijk voor een appel en ei een groot talent binnen te hengelen. Als dit inderdaad het enige is dat telt, dan hoeft er van opleiden helemaal geen sprake te zijn. Je gooit al je talenten in een hele grote mand. Deze mand schudt je flink heen en weer, totdat bijna iedereen is opgebrand en er nog 1 of 2 talenten over zijn. Deze manier van cherry picking is veel makkelijker en goedkoper dan proberen al je talenten stap voor stap beter te maken.

Echt opleiden vereist rust en stabiliteit en dat is niet te vereenzelvigen met talenten zo snel mogelijk klaarstomen voor je eigen WorldTour-team. Het doel moet zijn renners op te leiden en verder te brengen met behulp van het wielrennen. Of het doel dan uiteindelijk profwielrenner worden is of het opdoen van topsportervaring waar de rest van de maatschappelijke loopbaan op gebouwd kan worden is om het even. Met het inzetten op niet alleen de beste begeleiding op de fiets, maar ook sociale coaching en maatschappelijke sturing kan je namelijk jonge renners echt de skills mee geven die nodig zijn in een profbestaan op de fiets of achter een bureau.

Als de visie van een opleidingsploeg dus iets minder smal wordt genomen, zijn er ineens ook mogelijkheden om andere partners aan de ploeg te verbinden in plaats van enkel en alleen te leunen op de grote broer of af te wachten totdat de UCI de zilvervloot komt binnen varen.

Op de lange termijn zal deze visie ook renderen voor je profteam. Jim Ochowicz moet zich afvragen waarom het grootste talent van zijn opleidingsploeg niet voor het BMC Racing Team kiest. BMC zat namelijk de afgelopen twee jaar op de eerste rij om Sivakov te overtuigen voor het eigen profteam te kiezen. En aangezien de slavernij ruim 200 jaar geleden is afgeschaft, is Sivakov helemaal vrij om zijn eigen keuzes te maken. Misschien verwacht hij wel meer van de begeleiding bij Team Sky of de kansen die hij daar zal krijgen. Of kiest Sivakov toch voor het grote geld? Als dat werkelijk het geval is dan is het vooral een gemiste kans dat je een jong talent van 20 jaar aan het begin van zijn carrière niet hebt kunnen bijbrengen dat een louter economische keuze op de lange termijn behoorlijk kan tegenvallen. Wellicht is dus een kritische blik naar je eigen model en visie van opleiden hier op zijn plaats in plaats van met de vinger te wijzen naar andere ploegen en de UCI.

Ik hoop vooral dat de huidige renners een nieuwe ploeg vinden met een breder blikveld waar ze wel de kans krijgen zich rustig te ontwikkelen.

Jim van den Berg