}

To eat or not to eat? That’s the question.

“Veel Nederlandse topsporters hebben minder voedingsstoffen in hun basisvoeding dan aanbevolen.” Dat is de conclusie van recent onderzoek door Floris Wardenaar dat een kijkje geeft in het voedingspatroon van topsporters. Een citaat uit het persbericht: “Uit het onderzoek bleek onder andere dat de voedingsinname van wedstrijdatleten maar beperkt verschilt met die van de gemiddelde bevolking, terwijl atleten lichamelijk zeer actief zijn en hun dagindeling wordt bepaald door trainingsprogramma’s en wedstrijden. Om optimale prestaties te kunnen leveren en goed te kunnen herstellen, zijn een adequate energie- en voedingsinname van groot belang. Een goede basisvoeding, al dan niet aangevuld met sportvoedingsproducten en voedingssupplementen kan, bij juist gebruik, ook de kans op gezondheidsproblemen verkleinen.”

Wat het doel ook is, of je nu topsporter bent of niet, je voedingsgewoonten volledig afstemmen op je sportprestaties is een interessante uitdaging. Soms heb je het even druk, dan eet je een periode wat moeilijker, of misschien lust je sommige groenten gewoonweg niet. Om het nog wat ingewikkelder te maken: de hoeveelheden aanbevolen voeding voor mannen en vrouwen verschillen afhankelijk van het lichaamsgewicht en bovendien moet je inname ook worden afgestemd op je trainingsdoel.

Waarschijnlijk kan iedereen wel bedenken dat er een verschil bestaat (of zou moeten bestaan) tussen de eetgewoonten en behoeften van een wielrenner met een lichaamsgewicht van 67 kilogram en een bodybuilder die ruim 100 kilo weegt. Toch is het samenstellen van een voedingspatroon enkel en alleen op gevoel andere – spreekwoordelijke – koek.

Eten volgens de richtlijnen, hoe doe je dit nu in de praktijk?

Wanneer je inzicht krijgt in je huidige voedingspatroon is het makkelijker om door middel van een aantal aanpassingen de kwaliteit van je voeding te verhogen. Het zijn de eerste stappen in de verandering van je voedingspatroon, dat een belangrijke basis vormt voor de rest van al je activiteiten en inspanningen.
Je trainingen zijn niet elke dag hetzelfde en je voeding moet daar telkens op worden aangepast. Een goed trainingsschema bevat rustdagen, duurtrainingen maar ook intensieve trainingsdagen. Met een uitgekiend voedingsplan worden deze verschillende trainingsvormen ondersteund. Door een andere verhouding en andere hoeveelheden van verschillende productcategorieën in je voeding op te nemen, sluit deze steeds aan op je behoefte. Zo haal je op intensieve trainingsdagen de meeste energie uit koolhydraten, terwijl je op rustdagen door middel van eiwitten en vetten werkt aan je herstel. Wanneer je toewerkt naar een grote tocht of wedstrijd kun je door koolhydraatrijk te eten en een goede timing zonder zorgen op pad.

Als je je basisvoeding helemaal onder controle hebt, kun je je gaan richten op sportspecifieke voeding op de fiets. Het aanvallen van je volgende Strava-record wordt op deze manier een koud kunstje – op een beetje zweet na – en de man met de hamer kun je voorgoed gedag zeggen!

Heb je een brandende vraag die ik kan beantwoorden in mijn volgende column? Mail naar lars@robic.nl.